OVER JUDO
DE (BASIS)PRINCIPES VAN JUDO
Deze principes geven volgens ons een voorsprong op de (sociale) ontwikkeling van kinderen en leveren handvatten voor het leven.
RESPECT, VERTROUWEN EN WEERBAARHEID
RESPECT hebben voor elkaar is bij judo erg belangrijk. Kinderen leren spelenderwijs dat je altijd respect moet hebben voor een ander. Élke les begint door voor de leraar te buigen. Leerlingen en leraar uiten hun respect naar elkaar en beloven zich aan de gemaakte regels te houden.
Je luistert naar elkaar en laat de ander uitpraten. Je gaat daarnaast met respect met je medeleerlingen en juf/meester om.
Het ZELFVERTROUWEN van de leerlingen wordt tijdens de judolessen gestimuleerd. Leerlingen gaan van judo sterker in hun schoenen staan en worden zowel fysiek als moreel gezien krachtiger.
Kinderen worden WEERBAAR van judo. Zowel verbaal als non-verbaal kunnen zij zich na een periode judoles te hebben gehad beter verweren. Zij durven voor zichzelf op te komen en laten anderen minder over zich heenlopen. In geval van nood handelen kinderen na verloop van tijd intuïtief. De kinderen leren in een judoles niet om met anderen te vechten, maar om zichzelf te verdedigen.
NORMEN & WAARDEN
Normen en waarden lopen als een rode draad door de judolessen. Hieronder leest u slechts enkele waarden met een paar bijpassende normen die in judo vanzelfsprekend zijn. Vanuit ons perspectief is élke waarde naar judo te herleiden.
(SOCIALE)VEILIGHEID
Tijdens het judoën houd je rekening met je vriend(in), je zorgt altijd voor de ander zijn veiligheid. Wanneer je groter, sterker, dapperder bent, doe je voorzichtig en help je de ander (ook als het “in het echt” niet je vriend(in) is. Het is ook van belang dat iedereen zich veilig voelt in de groep, dus je pest een ander niet. Gebeurt dat wel dan is het aan de judoleraar om samen met de leerlingen naar een passende oplossing te zoeken.
SPORTIVITEIT, RECHTVAARDIGHEID EN BEHULPZAAMHEID
SPORTIVITEIT – Winnen is leuk en als je verliest mag je best teleurgesteld zijn, maar je feliciteert de winnaar en groet altijd netjes voor hem/haar. De winnaar gaat op zijn/haar beurt ook sportief en respectvol met de “verliezer” om. Je geeft hem/haar een vriendelijk complimentje en plaagt de ander er niet mee.
RECHTVAARDIGHEID – Aan acties zitten consequenties verbonden. Als je iets doet wat niet mag, word je daarop aangesproken en de consequenties daarvan onder ogen moeten komen. Als je iemand (per ongeluk) pijn hebt gedaan is het fijn als jij je excuses aanbiedt.
BEHULPZAAMHEID – Als je een ander helpt wanneer hij/zij hulp nodig heeft, wordt dat gewaardeerd. Bijvoorbeeld als er een nieuwe leerling in de groep is gekomen en hij/zij doet voor het eerst mee aan de judoles. Wat jij van een ander hebt geleerd kan je op jouw beurt ook aan iemand anders doorgeven.
Het is van groot belang dat je een andere leerling, maar ook de rest van de groep, kunt VERTROUWEN. Aangezien je bij judo oefeningen doet waarmee je de ander pijn kan doen, moet je er op kunnen vertrouwen dat de ander rekening met jou houdt en ook geconcentreerd met de techniek bezig is.
GRENZEN AANGEVEN
Bij judo leert een leerling zijn of haar GRENZEN AAN TE GEVEN, maar deze ook TE VERLEGGEN. Niet alle kinderen vinden alle oefeningen/technieken van judo fijn. Dit heeft onder andere te maken met hoogte, snelheid en kracht. Leerlingen moeten leren om hun grenzen durven aan te geven. De ander leert op zijn/haar beurt om hier gehoor aan te geven. Het betekent overigens niet dat een leerling zijn/haar grenzen niet hoeft te verleggen, maar het tempo waarin dat gaat bepaalt hij/zij zelf met behulp van anderen. Forceren heeft volgens ons geen zin en werkt averechts.
ONS AANBOD
